Zo zet je Bewegend Leren in, in elke les

Tafels leren, spellen en jaartallen uit je hoofd leren: veel kinderen doen liever een potje voetbal op het schoolplein. Gelukkig is Bewegend Leren in opkomst: dat combineert het beste uit beide werelden. Kinderen zijn lekker fysiek actief, en doen intussen kennis op over bijvoorbeeld taal en rekenen. Hoe dat werkt voor jouw klas? In dit artikel geven we je een aantal tips.

Bij Bewegend Leren gebruik je bewegen als middel om kinderen iets te leren. De gedachte daarbij is dat kinderen lesstof sneller opnemen, omdat ze erbij bewegen. In dit artikel lees je meer over de voordelen en het bewijs voor deze aanpak.

Bewegend leren en rekenen

Rekenvaardigheden zijn bij uitstek geschikt om op een bewegende manier aan te leren. We geven je wat inspiratie:

  • Tafels leren: Zet pionnen met cijfers neer en kies een tafel uit (bijvoorbeeld de tafel van 4). Laat kinderen met een voetbal mikken op een willekeurig getal. En noem de vermenigvuldiging van dat getal met de tafel van 4. 

  • Meten met tweetallen: Zet een streep op de vloer. Eén kind zet met 2 voeten af en springt zo ver mogelijk. Een ander kind heeft de rolmaat en meet de afstand. Hoeveel centimeter is er gesprongen? Wie van de twee springt het verst? Of wie landt met de hakken het dichtst bij 75 cm?

  • Optellen en aftrekken: Rol met 2 dobbelstenen waarop getallen zichtbaar zijn. Wat is de optelsom van de 2 worpen? Trek het laagste getal van het hoogste getal af. Maak zoveel kikkersprongen als de uitkomst.

Bewegend leren voor geschiedenis en aardrijkskunde

Misschien minder voor de hand liggend, maar ook vakken als geschiedenis en aardrijkskunde kun je kinderen prima bewegenderwijs aanleren. Zo doe je dat bijvoorbeeld:

  • Aardrijkskunde: Hang kaartjes op met afbeeldingen van de continenten. Hang ze een beetje hoog. Stop afbeeldingen van dieren in de Move Cube dobbelsteen. Laat kinderen rollen met de dobbelsteen. Bij welk continent past dat dier? Kinderen tikken al springend het kaartje van het juiste continent aan. 

  • Geschiedenis: Hang kaartjes met jaartallen aan het plafond. Maak kaartjes met vragen. Welk getal komt het dichtst bij de Middeleeuwen? Wanneer viel de Berlijnse muur? Wanneer stopte de 2e wereldoorlog? Laat de kinderen springen naar jhet juiste jaartal.

Bewegend leren en taal 

Ook taal kun je kinderen al bewegend aanbieden. Hoe dan? Bekijk onderstaande voorbeelden:

  • Spellen: Hang kaartjes op met alle letters. Hang ze een beetje hoog. Bedenk een woord. Laat kinderen springend de letters aantikken in de juiste volgorde. Voorbeeld: b-u-s.

  • Spellingscategoriën: Leg kaartjes op de grond met ‘ng’ en ‘nk’. Noem woorden met die klank. Kinderen moeten zo snel mogelijk achter het kaartje gaan staan met de juiste spelling.

  • Engels leren: Hang antwoordkaartjes aan het plafond met Yes en No. Stel kinderen vragen in het Engels. Laat hen al springend het juiste antwoordkaartje aantikken.

60 minuten bewegen per dag

Vraag de gratis inspiratieboeken aan!

Inspiratieboeken Bewegend leren

Samen met een groepsleerkracht heeft Nijha diverse beweegactiviteiten bedacht voor rekenen, taal, geschiedenis, aardrijkskunde en Engels. Download het gratis Inspiratieboek Bewegend leren

Meer weten over bewegend leren?

Nijha helpt je graag verder!

_201909_Nijha-114