Nijha Workshop Speellokaal Dorack

Vroeg begonnen, is vroeg gewonnen!

Basisinventarislijst speellokaal en Handboek huisvesting speellokaal

Het speellokaal is een belangrijke ruimte als het gaat om de motorische ontwikkeling voor kleuters. Toch lag er maar weinig vast waaraan een inrichting moet voldoen en in (nieuw)bouw van basisscholen is het vaak een sluitpost. Daarom heeft de KVLO samen met partners (waaronder Nijha) een actuele basisinventarislijst opgesteld en zijn belangrijke aandachtspunten vastgelegd in een handboek huisvesting speellokaal. Deze is te gebruiken als:

  • Richtlijn voor de bouw en inrichting van het speellokaal;
  • Handvat om tot kwalitatieve beweeglokalen te komen waarin kleuters waarin optimaal gestimuleerd zich motorisch te ontwikkelen.

Het speellokaal

De 10 meest gestelde vragen

Hieronder vind je 10 vragen die wij door de jaren heen vaak gesteld krijgen over het speellokaal. Doe er je voordeel mee!

  1. Welke materialen moeten er in een speellokaal aanwezig zijn?
    Er is geen lijst met verplichte materialen. Wel heeft de KVLO (vakvereniging van vakleerkrachten LO) een basisinventarislijst gemaakt met daarin geschikte materialen. Daaruit kunnen keuzen gemaakt worden. De inrichting van een speellokaal moet aansluiten bij het vakwerkplan of de gebruikte methode, zodat invulling gegeven kan worden aan de leerlijnen en kerndoelen. Als hulp nodig is om tot een juiste keuze te komen dan kan een Nijha adviseur daarbij helpen.
  2. Ben ik verplicht de basisinventarislijst te volgen?
    Nee. De KVLO basisinventarislijst biedt een aantal opties waaruit een school kan kiezen. Als een school andere keuzes maakt, is dat mogelijk. Belangrijk is dat de inrichting veelzijdig is (dus niet alleen klimattributen), zodat leerlingen veel bewegingservaring opdoen.
  3. Wie betaalt de inrichting van een speellokaal
    Het ministerie van OC&W betaalt de ‘eerste inrichting’ van een speellokaal. Daarna is het aan de school om materialen tijdig te vervangen. Jaarlijks ontvangt de school (of het schoolbestuur) een lumpsum bedrag voor de exploitatiekosten. Daaruit moet ook de vervanging van speellokaalmateriaal bekostigd worden.
  4. Bij wie moet ik zijn voor de vervanging van materialen
    De schooldirectie is verantwoordelijk voor het tijdig vervangen van de materialen in het speellokaal. Zij ontvangen jaarlijks de lumpsum vergoeding vanuit het rijk. 
  5. Hoe lang gaan toestellen mee?
    De levensduur is afhankelijk van het gebruik. Hoe groter de groepen en hoe frequenter het gebruik, hoe korter de levensduur. In de basisinventarislijst staat gemiddelde levensduur voor zowel de toestellen als de spelmaterialen. Deze kunnen gebruikt worden om inzicht te krijgen in wanneer bijvoorbeeld het klimrek of de matten vervangen moeten worden. Tel het getal in de kolom levensduur op bij het aanschafjaar en de uitkomst is het jaar dat de inventaris economisch is afgeschreven.
  6. Wat kost de inrichting van een speellokaal?
    De kosten zijn afhankelijk van de gemaakte materiaal keuzen. De basisinventarislijst geeft daarvoor een aantal opties. Houd bij de complete vernieuwing van de inventaris inclusief sport- en spelmaterialen rekening met een bedrag van € 25.000,00. Dit bedrag biedt voldoende ruimte om een tot een gevarieerd aanbod te komen met voldoende differentiatie mogelijkheden. Snel een beeld krijgen van de kosten? Gebruik dan dit inventarisatieformulier.
  7. Wie is er verantwoordelijk voor de veiligheid in het speellokaal?
    De schooldirectie is verantwoordelijk voor het veilig houden van de inventaris en erop toe te zien dat het op een juiste wijze wordt gebruikt.
  8. Hoe vaak moet de speellokaal inventaris geïnspecteerd worden?
    Eén keer per jaar de inventaris door een erkend bedrijf laten inspecteren is voldoende. In de tussenliggende periode moeten er wel ‘zichtinspecties’ plaatsvinden door de school zelf. Dit houdt in dat toestellen bekeken worden op: stabiliteit/speling, loszittende onderdelen en barsten, scheuren of splinters. Worden deze geconstateerd dan kan het inspecterende bedrijf ingeschakeld worden om het defect te herstellen (een splinter wegwerken kan uiteraard in eigen beheer plaatsvinden). Wordt het speellokaal nog niet jaarlijks geïnspecteerd? Hier vind je meer informatie over inspecties.
  9. Voor welke groepen is het speellokaal bedoeld
    De speellokaalinventaris is ontwikkeld voor groep 1 en 2 met een uitloop naar groep 3. Voor hogere groepen is het materiaal minder uitdagend en bovendien worden leerlingen zwaarder waardoor het materiaal sneller slijt.
  10. Mag de BSO en/of kinderopvang ook gebruik maken van het speellokaal?
    Als er begeleiding is door een ALO, CIOS of PABO gediplomeerd persoon, dan mogen kinderen van de BSO en Kinderopvang gebruik maken van het speellokaal. Als een pedagogisch medewerker geen aanvullende bevoegdheid heeft, dan mag deze geen materialen in het speellokaal gebruiken. Zonder toezicht is het zeer onverstandig om kinderen te laten spelen in het speellokaal. Uiteraard geldt bij gebruik van de toestellen dat deze berekend zijn op het gebruik door groep 1 en 2. Als hogere groepen er gebruik van maken, dan moet er rekening gehouden worden met versnelde slijtage. 
Meer weten over het handboek?
Onze collega's staan voor je klaar!
_201909_Nijha-291